Spaans voor beginners
(Español para principiantes)
Bienvenidos, Me nombre es Audrey/ Justin, ¿Cuál es tu nombre?
Uitspraak ( prononcianción ):
- “b”: In het begin van een woord als b uitgesproken, in het midden wat zachter.
- “v”: wordt als b uitgesproken vb: vamos uitspraak: bamos
- “c”: wordt voor een “e” of “i” zoals th in het Engels uitgesproken, bij overige gevallen wordt het zoals een “k” uitgesproken.
- “d” wordt uitgesproken als “th” van het woord this, zit het aan het einde van een woord, dan is het meestal dof.
- “ch”: wordt zoals het Engels “ch” uitgesproken ( Checkpoint)
- “g”: wordt voor “i” en “e” uitgesproken als Nederlands “g” bij overige gevallen als het Engels of Franse “g” vb garçon
- “gu” en “gü”: bij “gu” wordt de u niet uitgesproken, bij “gü” wordt het als “gw” uitgesproken.
- “h”: wordt nooit uitgesproken vb: Hijo uitgesproken als “igo”
- “hu” wordt als “w” uitgesproken
- “i”: wordt als een lange i uitgesproken
- “ie”: wordt als een lange i uitgesproken + een e : ie-e
- “l” wordt normaal uitgesproken behalve bij “ll” ( dubbele “l”) wordt het als “lj” uitgesproken
- “ñ” wordt als “nj” uitgesproken
- “o” wordt uitgesproken als iets tussen oh en ô: ( voor mij is het meer als de “o” in het Frans or ( goud)
- “qu” wordt als “k” uitgesproken, de u wordt niet uitgesproken
- “r” wordt uitgesproken met de tongpunt tegen de tanden
- “u” wordt als een “oe” uitgesproken
- “x” vaak als “ks” uitgesproken
- “z” wordt zoals Engels “th” uitgesproken.
Het Spaans alfabet bevat 29 letters:
A,B,C,CH,D,E,F,G,H,I,J,K,L,LL,M,N,Ñ,O,P,G,R,S,T,U,V,W,X,Y,Z
Nu dat we de uitspraken hebben gezien, gaan we enkele zinnen zien die jullie misschien gaan moeten gebruiken.
- Hola Hallo
- Cómo hestá Hoe gaat het
- Muy bien Zeer goed
- Gracias Dank u
- Muchas gracias Dank u zeer
- Por favor Alstublieft
- Hasta pronto Tot ziens
- Perdon Sorry?
- Un poco cansado Een beetje moe
- Qué hora es Hoe laat is het?
- Tienes un mechero por favor Hebt u vuur a.u.b.
- Perdón busco mi camino Sorry, ik zoek mijn weg
- Podría decirme dónde está… Zou u mij kunnen uitleggen waar ik … kan vinden
- Podría usted decirme dónde… Kunt u mij uitleggen waar ik …
- ¿Cuánto cuesta? Wat kost het ?
- 0 cero 10 diez 20 veinte
- 1 uno / una 11 once 21 veintiuno
- 2 dos 12 doce 22 veintidós
- 3 tres 13 trece 23 veintitrés
- 4 cuatro 14 catorce 24 veinticuatro
- 5 cinco 15 quince 25 veinticinco
- 6 seis 16 dieciséis 26 veintiséis
- 7 siete 17 diecisiete 27 veintisiete
- 8 ocho 18 dieciocho 28 veintiocho
- 9 nueve 19 diecinueve 29 veintinueve
- januari enero
- februari febrero
- maart marzo
- april abril
- mei mayo
- juni junio
- juli julio
- augustus agosto
- september septiembre
- oktober octubre
- november noviembre
- december diciembre
Yo cumplo veintitres agosto / Naci el veintitres de agosto
- maandag lunes
- dinsdag martes
- woensdag miércoles
- donderdag jueves
- vrijdag viernes
- zaterdag sábado
- zondag domingo
mañana es sábado (morgen is het zaterdag )
Welke dag is het overmorgen ? pasado mañana es domingo
de ayer Jueves (gisteren was het donderdag)
Antes de ayer fue el miércoles ( eergisteren was het woensdag)
De kleuren:
- Groen Verde
- Rood Rojo
- Zwart Negro
- Wit Blanco
- Paars Violeta
- Bruin Marrón
- Blauw Azul
- Geel Amarillo
- Grijs Gris
- Oranje Naranja
- Roos Rosa
- Hond Perro
- Kat Gato
- Rat Rata
- Muis Ratón
- Strand Playa
- Zee Mar
- Tomaat Tomate
- Aubergine Berenjena
- Peer Perra
- Sinaasappel Naranja
- Auto Coche
- Fiets Bicicleta
- Appel Manzana
- Citroen Limon
- Zon Sol
- Mercurius Mercurio
- Venus Venus
- Aarde Tierra
- Mars Marte
- Jupiter Júpiter
- Saturnus Saturno
- Uranus Urano
- Neptunus Neptuno
Geen opmerkingen:
Een reactie posten